Het personeelstekort in getallen, de gevolgen en de mogelijke oplossingen.
Niemand die iets met de ggz te maken heeft zal het zijn ontgaan: er is een groeiend personeelstekort en dat heeft ernstige gevolgen. De sector staat daar overigens niet alleen in, de hele zorgsector heeft het moeilijk met het vervullen van vacatures, nét als het onderwijs, het openbaar vervoer en de bouw. Terwijl enkele jaren geleden de werkloosheid torenhoog was en veel personeel ontslagen moest worden. Maar dat terzijde.
Personeelstekort in de ggz: waar hebben we het eigenlijk over?
Volgens het CBS werken er bijna 100.000 mensen in de ggz, gemiddeld werken zij 75%, maakt ongeveer 75.000 fte. Daarin zitten alle functies, van tuinman tot psychiater. Helaas zijn lang niet alle vacatures vervuld: volgens recente cijfers van GGZ Nederland, zijn de tekorten fors. Uitgesplitst naar de verschillende BIG-geregistreerde beroepen gaat het om de volgende cijfers:
In loondienst Tekort in 2018
Psychiaters 2.290 270
Gz-psychologen 6.810 540
Klinisch psychologen 1.780 90
Verpleegkundig specialisten 600 50
Hbo-verpleegkundigen 7.330 760
Mbo-verpleegkundigen 10.570 680
Indrukwekkende cijfers, de werkelijkheid is nog iets ernstiger. GGZ Nederland heeft de telling namelijk onder haar eigen lidinstellingen gehouden en niet iedere ggz-instelling is lid. Zo komt het Capaciteitsorgaan op een tekort aan psychiaters van 319 uit, ruim 15% méér dan GGZ-Nederland berekent. Voor de andere beroepen zal ongeveer hetzelfde gelden.
Tegelijkertijd is het probleem ook weer niet zo ernstig als het lijkt, of op een andere manier ernstig: veel verpleegkundigen en (vooral) psychiaters laten zich inhuren als zzp-er. De vacature is dan weliswaar ingevuld, maar staat nog wel open. Voor psychiaters gaat dat om 10%-15%.
Over zowel de verpleegkundigen als de psychiaters is in dit magazine een apart artikel opgenomen.
Ondanks vele acties is het de vraag of het tekort opgelost gaat worden. De gemiddelde leeftijd is relatief hoog, in de komende decennia zullen veel mensen met pensioen gaan. Of die uitstroom opgelost gaat worden met nieuwe aanwas, is onzeker.
Oplopende wachtlijsten en afdelingen die sluiten
Het gevolg laat zich raden. Afdelingen sluiten en wachtlijsten lopen op. De cijfers daarover moeten wel met enige voorzichtigheid worden bekeken, want de indruk is onontkoombaar dat de situatie soms wat ernstiger wordt voorgesteld om politieke druk uit te oefenen. Soms wordt er ook gewoon verkeerd geteld. Van dat laatste gaf het Capaciteitsorgaan onlangs een voorbeeld: het psychiatertekort daalde tussen 2017 en 2018 spectaculair, van 823 naar 319. Een kwestie van het schrappen van de dubbel getelde vacatures.
Maar zelfs als je mogelijke fouttellingen en de politieke druk niet meerekent, blijven de gevolgen ernstig. Een kleine en verre van volledige opsomming:
* In 2013 overleed in een Eindhovense instelling een vrouw. Volgens de aanklacht van het Openbaar Ministerie was de zorg onvoldoende geweest als gevolge van het personeelsgebrek.
* Een jaar geleden werd in Noord-Nederland een opnamestop afgekondigd bij de verslavingszorg. De instelling had moeite om voldoende gezondheidszorgpsychologen en psychiaters te vinden die in de regio wilden werken.
* Het Amsterdamse Arkin kondigde in maart 2018 aan op termijn afdelingen te moeten sluiten, hetzelfde geldt voor de Eindhovense PAAZ, die vooral een gebrek aan psychiaters heeft.
* De wachttijden nemen toe tot onverantwoorde proporties (lees daarover meer in de GGZTotaal-XL van januari).
En voorlopig zal dat blijven, voorspelt GGZ Nederland, want de tekorten zullen alleen maar toenemen. Nóg een kanttekening: bij Lentis (als voorbeeld) vertrokken in drie jaar tijd bijna de helft van het aantal psychiaters. Uit onvrede over het beleid, maar ook om zich later in te laten huren als zelfstandig ondernemer. Die psychiaters zijn dus niet zomaar ‘weg’, ze werken alleen niet meer voor een grote instelling.
Is er een oplossing voorhanden?
Het probleem is gesignaleerd en er wordt aan gewerkt, zoveel is wel duidelijk. Het Ministerie heeft begin 2018 (voor de héle zorg) het actieplan ‘Werken in de Zorg’ gestart, met een ambitieus doel: de personeelstekorten moeten in 2022 zo goed al opgelost zijn. Dat is niet niks, want het Ministerie laat ook weten dat zónder actie het tekort zal oplopen tot 100 á 125 duizend medewerkers, zo’n 10% van de werknemers in de zorg. Een beter imago, meer stageplekken, inspirerender en uitdagender onderwijs, flexibeler werken, minder administratieve taken. Het mag wat kosten: voor het hele programma is een bedrag van 347 miljoen euro uitgetrokken.
Maar ook de ggz als sector zit niet stil. Afhankelijk van de manier van tellen werken er 75.000 tot 84.000 mensen in de ggz, er dreigt een tekort te ontstaan van zo’n tien procent. Enige urgentie is dus wel op zijn plaats.
En zo vinden we in de media regelmatig acties en voorstellen van instellingen, overheid, belangenverenigingen en beroepsgroepen om het personeelstekort aan te pakken. Zes voorbeelden:
* Vijf ggz-instellingen in het noorden van het land bieden gezamenlijk 18 betaalde opleidingsplekken voor hbo-Verpleegkunde binnen een GGZ-instelling aan. In een periode van 2,5 tot 4 jaar worden de studenten opgeleid tot hbo-verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg. Dit gebeurt in samenwerking met de hogescholen.
* GGZ Nederland vindt dat het voor meerdere beroepsgroepen mogelijk moet zijn om een behandeling te kunnen starten. Welke professional de regie over een behandeling kan voeren is onder meer afhankelijk van de aard van de zorgvraag en de setting waarin de zorg verleend wordt; het zogenaamde regiebehandelaarschap. Hij/zij is de enige die een behandeling mag opstarten en die tijdens de behandeling als centraal aanspreekpunt voor het multidisciplinair team is. GGZ Nederland denkt dat het personeelstekort en de werkdruk kan worden verminderd als meerdere professionals daartoe bevoegd zijn.
* Nog steeds is het voor sommige beroepsgroepen lastig om in de ggz aan het werk te komen. Inefficiënte regelgeving met betrekking tot vergoedingen is daar doorgaans de oorzaak van. De Hbo-psycholoog is daarvan een voorbeeld en ook de Nederlandse Associatie van Physician Assistants (NAPA) klaagt over de lastige regelgeving waardoor de Physician Assistant slechts mondjesmaat kan worden ingezet.
* Effectiever en efficiënter behandelen is al enige jaren een item. Te denken valt aan kortere behandelingen, gebruik van e-health en diverse vormen van zelfhulp. Er is de afgelopen jaren dan ook een breed aanbod ontstaan van behandelvormen via internet, al dan niet blended of begeleid.
Meest recente loot aan deze tak is de in India woonachtige psychiater, die via Skype haar consulten voor Dimence doet.
* Deeltaken waar niet per se een opleiding in de zorg voor nodig is, worden - waar mogelijk –gedaan door ongeschoold (of: anders geschoold) personeel. Eén voorbeeld is dat van de beveiliger, waar Hamp Harmsen in het artikel ‘Klappen opvangen is niet mijn favoriete hobby’ over schrijft.
* De inzet van ervaringsdeskundige komt al regelmatig voor en is breed gewaardeerd. In het onderhandelaarsakkoord dat betrokken partijen in juli 2018 afsloten, is afgesproken om meer gebruik te maken van ervaringsdeskundigen bij zorg en ondersteuning aan mensen met psychische problemen. Hoewel ervaringsdeskundigen officieel geen vervanging zijn voor behandelend personeel, lijkt de grens tussen beiden soms te vervagen.