Over oude verschijnselen met een nieuwe naam
Stel, je slaat de krant open en leest een bericht over een man, bekend met psychiatrische klachten, die zijn gezin ombrengt; even later lees je een bericht over een Italiaanse militair die ‘krankzinnig is geworden’ en wild om zich heen schietend vijf mensen vermoordt; tenslotte over een man waarvoor zes politie-agenten nodig zijn om hem in bedwang te houden. En oh ja, ook nog over een tekort aan kinderpsychiaters. Welke krant zit je te lezen? De Telegraaf van afgelopen week?
Fout, het is een stapeltje kranten van april 1955. Een willekeurig gekozen maand.
Vijf jaar geleden verscheen in GGZ Totaal de rubriek oude kranten. Destijds viel ons al op dat veel ‘moderne’ verschijnselen ook in de kranten van lang geleden te vinden waren. Want het stond niet alleen in de kranten van vijftig jaar geleden, het stond ook in de kranten van 100 jaar geleden, het stond ook in de kranten van 20 jaar geleden.
Politie-inspecteur Stienstra
Een voorbeeld uit de kranten van 100 jaar geleden. Op 20 februari 1919 schrijft het Nieuwsblad van Friesland, dat in de tram Franeker-Leeuwarden een 40-jarige Amsterdammer ‘plotseling krankzinnig werd’. Hij wierp klederen en gouden sieraden buiten de tram. Gelukkig was politie-inspecteur Stienstra toevallig aanwezig en wist hem in bedwang te houden. De man werd in Leeuwarden naar het politiebureau vervoerd. Toen al, 100 jaar geleden, had de politie blijkbaar de handen vol aan wat wij tegenwoordig ‘verwarden’ noemen.
Er is wel een groot verschil met de berichtgeving in de pers van vandaag. Wat in 1919 (en andere jaren) ontbreekt is de beschuldigende vinger naar instanties, de zoektocht van de pers om tot in de details alles erbij te halen dat er niets mee te maken heeft. De mening van de buurvrouw, van de kapper en de schooljuf.
Neem het (overigens afschuwelijke) familiedrama op 11 april 1955, waar bijna alle kranten over schrijven. Een man, hij en zijn vrouw zijn onder psychiatrische behandeling, slaat zijn vrouw en twee kinderen de schedel in en brengt zichzelf vervolgens aan de gaskraan om het leven. Het zou, anno 2019, dagenlang het nieuws in chocoladeletters beheersen. Niet in 1955. De Leeuwarder Courant heeft 14 regels nodig, de Tijd 18. In de Telegraaf kunnen we het bericht zelfs niet terugvinden, maar dat kan ook aan ons liggen. Géén beschuldigende vingers naar Bureau Jeugdzorg, géén psychiatrische achtergrondinformatie, géén analyses van de koude grond.
Hetzelfde geldt voor de Italiaanse militair die, ogenschijnlijk plotseling, door het lint gaat en vijf mensen neerschiet en drie anderen verwondt. We vinden geen gespit in medische dossiers, geen verhalen over zijn middelbare schooltijd, geen commentaren van collega-militairen. Alleen feitelijke informatie. Je mag natuurlijk hopen dat dat onderzoek wel is gedaan, maar dat het de kranten niet beheerst, is wel fijn.
Krankzinnig
Een berichtje uit het Nieuwsblad van Friesland, nu van 13 februari 1919 : “De politie te Delft maakte proces verbaal op tegen een vrouw, wegens koppelarij tussen haar 14-jarige dochter en een 30-jarige werkman. Tijdens zijn verhoor werd de man krankzinnig.” Meer staat er niet.
In 1915, we zitten dan midden in de Eerste Wereldoorlog, meldt Het Tilburgs dagblad dat een Oostenrijkse officier ‘plotseling krankzinnig’ is geworden en zes collega’s neerschiet. Toch geen geringe gebeurtenis, maar het Tilburgs dagblad wijdt er niet meer dan elf regels aan. Elf!
In hetzelfde jaar vindt in Den Haag een familiedrama plaats: een man schiet eerst zijn vrouw en kind dood, daarna zichzelf. Dichterbij dan Oostenrijk, dus ditmaal wijdt Het Rotterdams Nieuwsblad er 28 regels aan. Geen achtergrondartikelen, geen buurvrouwen die aan het woord komen, geen psychiaters die de zaak verklaren, niets van dat alles. In de dagen die volgen nog wel wat nieuwe ontwikkelingen, maar veel is het niet.
De Telegraaf van deze week zou er drie dagen de voorpagina vol mee zetten. De NPO er de hele avond mee vullen.
Mededogen
Voor wie mocht denken dat de oorlog de oorzaak is van deze beknoptheid, liepen we nog wat andere jaren door: het is allemaal kort en krachtig. Wel tonen de journalisten meer mededogen. Het Nieuws van de Dag schrijft op 28 januari 1915 onder de kop ‘Treurig’: ‘Gisterenmorgen werd de zich op het bureau bevindende Commies N. plotseling krankzinnig. De ongelukkige schreef in een briefje aan den President, dat deze binnenkort het bezoek zou kunnen verwachten van Jezus Christus. Onmiddellijk werd de hulp ingeroepen van een Medicus van het instituut Pasteur, waarna de stakkerd werd vervoerd naar het commissariaat aan Sipayers-weg.’
Er is een andere toonzetting, een ander woordgebruik. De man van het familiedrama leed aan ‘zwaarmoedigheid’, hij heeft zijn daad ‘in een vlaag van verstandsverbijstering’ begaan, de ‘krankzinnig’ geworden soldaat had een ‘verwilderde blik in de ogen’. Dat heet tegenwoordig allemaal anders.
Maar taalgebruik is niet alleen in de psychiatrie veranderd. Er staan soms dingen in de kranten die je even doen slikken. Zestig jaar terug, in de Java-bode vinden we op 18 april de kop: “Geesteszieke negers kwamen in gesticht tot opstand.“ De Telegraaf is een dag later het meest bondig in zijn berichtgeving: ‘Gewapend met allerlei primitieve slag- en steekinstrumenten zijn zaterdag in een staatsziekenhuis in Texas tachtig negers, allen geesteszieke misdadigers, in opstand gekomen omdat de blanke gevangenen meer recreatieruimte tot hun beschikking hadden dan de negers.” Einde bericht.
Dáár hadden we best iets meer achtergrondinfo bij willen hebben.