Willem, ergens in de dertig, blozend, verlegen blauwe ogen, gladgeschoren hoofd en een glimlach op zijn gezicht alsof hij voortdurend sorry zegt. Vorig jaar kreeg hij paniekaanvallen.
Een paar keer praten we, tenminste dat is de bedoeling, maar meer dan af en toe een kort zinnetje komt er niet uit bij Willem. Zijn paniekaanvallen worden wel wat minder.
Hij stopte met de gesprekken, maar nu, een half jaar later, komt hij opeens weer.
“Hoe is het Willem?”
“Nou gewoon.”
“Maar je wil wel weer praten?”
“Gaat niet zo goed.”
“Wat gaat niet goed?”
“Gestopt met werk.”
“Hoe dat zo?”
“Ging niet meer.”
“Wat ging er niet meer?”
“Nou gewoon.”
“Hoe bedoel je?”
“De andere jongens.”
“Wat is er met die andere jongens?”
“Beetje eng bij hen.”
“Dat is naar. Hoe komt dat?”
“Ze kijken zo.”
Meer komt er niet uit over deze enge jongens. Een ander onderwerp dan maar.
“Kom je nog op de sportschool, dat deed je vroeger toch vaak?”
“Ja, dat deed ik.”
“En nu?”
“Nu niet meer.”
“Vind je het daar ook eng?”
“Weet niet.”
“Zijn er dingen die prettig zijn in je leven?”
“Ik ga vaak naar mijn zus.”
“Dat is fijn. Wat maakt dat het prettig is bij haar?”
“Nou gewoon.”
We komen niet verder. Ook de week daarop niet. Hij zegt zich wel wat beter te voelen. Als ik voorstel niet volgende week maar over twee of drie weken af te spreken, zegt hij: “Nee, toch graag volgende week.”
“Is er iets dat je graag wil bespreken?”
“Ehm, daar moet ik over nadenken.”
“Dat lijkt me een goed idee.”
De week daarop:
“Willem, hoe is het?”
“Nou gewoon.”
“Heb je nog nagedacht?”
“Pieker veel.”
“Waarover?”
“Nou gewoon.”
“Wat is dan ’gewoon’?”
“Waar ik mijn hele leven al last van heb.”
”Als klein jongetje al?”
“Ja.” Hij slikt. Ik schuif de doos met tissues zijn kant op.
“En wat was dan zo lastig?”
“Gepest.” Het komt er heel zachtjes uit, en dan iets harder: “Dat snap je toch wel.” Tranen lopen inmiddels over zijn wangen.
Ik kijk vragend: wat moet ik snappen?
Dan legt Willem zijn hand op zijn kaalgeschoren hoofd.
“Mijn rode haar,” fluistert hij.
Ik kijk en kijk naar zijn kaalgeschoren hoofd en zie geen enkele haar, laat staan een rode. Maar bij mij valt een kwartje en zijn hoge woord is er uit.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Lees alle verhalen van de shortlist:
Eveline van Eekelen – Volle maan
Florrie van der Kamp – Nou gewoon
Jacqueline Philippo – Vrijheid voor herstel
Johanna - Gevolgen privacy psychiatrische patiënt
Renzo Verwer – Ik en de mentale gezondheidszorg
Rogier Hoenders – De vijf geboden
Suzanne Peek – Mijn licht aan de horizon
Welk verhaal moet winnen?
Stem hier (tot en met 18 september)
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.